Begeleidingsmoment 1
Tijdens mijn eerste begeleidingsmoment ging ik in een individueel gesprek met een van de begeleidende lectoren, namelijk Jan Schoolmeesters. Ik had op dit moment al twee bijeenkomsten met de verdiepingsgroep gemist, want ik was pas later ingestroomd.

Het gesprek had als functie me bij te benen en het onderzoeksproces op een praktisch niveau verder te verduidelijken. Ook kreeg ik de ruimte om mijn verdiepingskeuze toe te lichten en dit was dan ook het moment dat Jan en ik een enorm waardevol gesprek hadden met elkaar. Het werd meteen duidelijk waarom dit project rond de diverse leraarskamer de potentie heeft een meerwaarde te vormen voor de maatschappij waarin we leven. Allesomvattend concludeerden we dat we met ons groepje een steentje kunnen bijdragen aan deze problematiek en de opportuniteit hebben om op een artistieke manier informatief, maar vooral inspirerend op te treden voor jongeren, lerarenopleidingen, het brede onderwijsveld en het beleid.
Jan en ik gingen akkoord dat ik tijdens het eerstvolgende begeleidingsmoment mijn verhaal zou doen. Sinds ik zelf buitenlandse roots heb, viel het Jan al snel op in het gesprek dat ik bepaalde dingen vertelde waar hij als buitenstaander niet meteen op zou komen. Dit gegeven bekrachtigde nogmaals het idee hoe belangrijk het is dat we met ons groepje zoveel mogelijk verhalen moeten verzamelen, dat we in gesprek moeten gaan met mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond. Enkel zo kunnen we opportuniteiten en kansen creëren voor jongeren met een andere-etnisch culturele achtergrond op een authentieke en gepaste manier.
Dit gesprek vormde dan ook de basis voor mijn mijn keuze in focuscompetenties. Leraar bewegen namelijk met hun hele zijn; Ik voel een bepaalde gedrevenheid en verantwoordelijkheidsgevoel om op een ondernemende en onderzoekmatige manier aan de slag te gaan rond deze problematiek. Gezien mijn eigen achtergrond voel ik me redelijk competent hierin en voel ik dat ik een meerwaarde kan vormen in het onderzoeksproces; dat ik mezelf écht kan tonen en vandaaruit in contact kan gaan met anderen.
Ook ben ik me er bewust van dat ik dit niet alleen kan en daarvoor anderen nodig heb; leraars bewegen namelijk samen. Ik kijk ernaar uit om in dialoog te gaan met anderen (medestudenten, lectoren, familieleden, etc.) om zo ervaringen te bespreken (verhalen te verzamelen) en zo mijn eigen waarden en opvattingen verder vorm te geven. Als ik weet hoe ik me ergens tegenover weerhoud, kan ik pas echt een bewuste impact maken op anderen.