
Praktijkcomponent: ORBIT vzw
Over ORBIT vzw
ORBIT vzw. (2020, 30 december). Over orbit - ORBITvzw. ORBITvzw - uw bondgenoot in de wereld van superdiversiteit & migratie. https://www.orbitvzw.be/over-orbit/
ORBIT vzw is uw bondgenoot in de wereld van superdiversiteit & migratie. Samen met mensen, organisaties en overheden zetten we in op:
- een groeiend inzicht en vertrouwen van alle burgers in de superdiverse migratiesamenleving
- meer gelijke behandeling van mensen met een migratieachtergrond en minder racistische discriminatie
- het versterken van interlevensbeschouwelijke en interculturele competenties
- de participatie van mensen met een migratieachtergrond in de politiek, het onderwijs en het sociaal-cultureel werk
- een menswaardig migratiebeleid, menswaardig wonen van nieuwkomers en een toekomstgericht opvang van mensen zonder wettig verblijf.
ORBIT vzw is actief in alle Vlaamse regio's en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Met acties en campagnes, vorming en debat, strategische interventies, samenwerking met burgerinitiatieven en organisaties, stimuleren we ontmoeting, dialoog en een menswaardig overheidsbeleid in deze eeuw van diversiteit en migratie.
Gesprek met Thomas Peeters
Op dinsdag 19 december zijn Leen en ik naar ORBIT vzw gegaan om een gesprek te voeren met Thomas Peeters, nl. de stafmedewerker racisme en interculturele diversiteit. Daar hebben we enkele tips gekregen voor onze kunstzinnige voorstelling. Ook zijn we geïnspireerd geraakt om een workshop (project 'diverse leraarskamer') die de organisatie zelf georganiseerd heeft, deels over te nemen en zelf uit te voeren in de derde graad van het Heilig Hartinstituut Heverlee. Dit natuurlijk met de toestemming van de organisatie zelf. Ze hebben ons voor het concrete materiaal doorverwezen naar het draaiboek project 'Diverse leraarskamer' op hun website.
Hun project 'Diverse leraarskamer' had als doel om jongeren te motiveren om leraar te worden. Hun drijfveer was de vele voordelen die een diverse leraarskamer met zich meebrengt: schooluitval tegen gaan, stereotypen doorbreken en inspiratie bieden aan alle leerlingen.
Hoe de workshop effectief in elkaar zit ? (zie zelf opgesteld Word-document + PDF Draaiboek project 'Diverse leraarskamer')
In scholen een workshop voor de leerlingen in de derde graad van het secundair onderwijs aanbieden. Met als doel de leerlingen warm te maken voor het lerarenberoep.
Hoe? -> Gebruik maken van actieve werkvormen (Kahoot, kaartenspel, videomateriaal en een klasgesprek) om na te gaan wat belangrijk is voor jongeren bij het kiezen van een job.
Over Project 'Diverse leraarskamer' Hoe krijgen we meer leerkrachten met een migratieachtergrond voor de klas? (zie PDF 'Diverse leraarskamers')
Peeters, T., & Peeters, T. (2022, 8 november). Nieuw! Meer diversiteit in de leraarskamer: twee inspiratienota's - ORBITVZW. ORBITvzw - uw bondgenoot in de wereld van superdiversiteit & migratie. https://www.orbitvzw.be/nieuw-meer-diversiteit-in-de-leraarskamer-twee-inspiratienotas/?utm_source=rss&utm_medium=rss&utm_campaign=nieuw-meer-diversiteit-in-de-leraarskamer-twee-inspiratienotas
In dit project wordt er gesproken over de kijk van jongeren op het lerarenberoep, de redenen waarom jongeren juist wel of niet overwegen om leraar te worden, de activiteiten die de organisatie deed om jongeren te motiveren en de aanbevelingen van de organisatie voor andere organisaties die met deze maatschappelijke uitdaging aan de slag willen gaan.
3 grote drempels die in dit project besproken worden:
1. De beeldvorming dat het lerarenberoep onderbetaald zou zijn
De gedachte dat het lerarenberoep onderbetaald is in verhouding tot het geleverde werk, onrealistische verwachtingen over starterslonen
2. De beeldvorming dat jongeren druk zijn
3. Terugkomen naar school is geen optie
Terugkomen naar school wordt voor velen als iets negatiefs beschouwd door eigen negatieve ervaringen.
Andere belangrijke drempels:
1. Levensbeschouwelijke symbolen
2. Het beroep heeft een negatief imago
3. Racisme
4. De eer van de familie
Opportuniteiten? Hoe jongeren motiveren?
1. Hen aanspreken zoals om het even welke jongere
2. Volledig beeld vormen van wat het beroep inhoudt
3. Inspelen op de drempels
4. Niet te lang focussen op de negatieve zaken
5. Aan leerkrachten vragen om de leerlingen te motiveren
6. Positieve, waarachtige getuigenissen van leerkrachten inzetten
7. rekrutering via scholen (workshops), jeugdverenigingen of animatorcursussen, in de publieke ruimte en online
8. het beroep weer aantrekkelijk maken
9. Het dragen van levensbeschouwelijke tekens toelaten voor leerkrachten
10. Racisme op school kordaat aanpakken
11. Werken aan een inclusieve omgeving in de lerarenopleiding en op de werkvloer
Gesprek met Adjunct-directeur Nico Smets - Heilig Hartinstituut Heverlee
Op vrijdag 9 februari heb ik een gesprek gehad met de adjunct-directeur van de derde graad uit het Heilig Hartinstituut Heverlee, omtrent onze intentie een soortgelijke workshop uit het project 'diverse leraarskamer' van ORBIT vzw uit te voeren in klassen uit de derde graad secundair onderwijs.
Meneer Smets stond hier open voor en stelde voor deze workshop uit te voeren in 6STW, omdat dit een richting is dat de leerlingen in zekere zin voorbereid om later sociale beroepen uit te voeren. Ook zitten er dit schooljaar relatief veel leerlingen met een andere etnische-culturele achtergrond in deze richting. Wat bijkomend interessant is, is het feit dat ondanks deze leerlingen voorbereid worden voor een sociaal beroep, ze zelden kiezen voor de lerarenopleiding in het hoger onderwijs.
Wat ik persoonlijk ook opmerkelijk vond is dat meneer Smets vrijwel spontaan een tekort aan leraren met een andere etnische-culturele achtergrond linkte met moslima's met een hoofddoek. Dit terwijl ik enkel had gesproken over leerlingen en leerkrachten met een migratieachtergrond zonder te focussen op een bepaalde groep. Naar zijn mening was het niet zo vreemd dat er weinig leerkrachten met een andere etnische-culturele achtergrond binnen het Heilig Hartinstituut lesgeven gezien het hoofddoekenverbod dat geldt binnen deze school. Ondanks het Heilig Hartinstituut een dialoogschool is en ze openstaan voor andere levensvisies in dialoog, is er een grens, vertelt meneer Smets. "Wij verwachten ook van onze leerlingen dat ze hun muts afzetten, op het moment dat ze de leslokalen betreden." Klonk het. Als ik dit link met 'Superdiversiteit', dan lijkt het of meneer Smets (onbewust?) met bepaalde vooroordelen zit naar mensen toe met andere etnische-culturele achtergrond waarvan het land van herkomst Islamitisch is.
--------
Momenteel heb ik een een mailtje ontvangen van mevrouw Tack uit 6STW omtrent het uitvoeren van onze workshops. Ze stelde twee verschillende data voor: 27/02 en 5/03. Momenteel lijkt het enkel voor mij en Dorien haalbaar om op 5 maart enkele workshops uit te voeren.
5/03 groep A lesuur 4 11u10-12u
--------
Op dinsdag 5 maart zijn Dorien en ik de interactieve workshops gaan uitvoeren in de klas van mevrouw Tack (6STW). We hebben onze workshops drie keer kunnen uitvoeren. Elk groepje omvatte ongeveer 10 tot 12 leerlingen. In totaal hebben we gewerkt met 32 leerlingen. In totaal hadden 10/32 leerlingen een migratieachtergrond.
Het was voor mij persoonlijk een interessante sprong in leeftijdsgroep, sinds ik voordien enkel ervaringen had met het lesgeven aan lagereschoolkinderen. Ik ben wel positief verrast hoe fijn ik het vond om met deze leeftijdsgroep te werken. Ik dacht dat ik me meer geïntimideerd zou voelen.
Opdracht 1: Voorstellen workshop en klasgesprek rond keuzeproces toekomstige studierichting/beroep -> Veel leerlingen gaven aan dat ze het moeilijk vonden een beroep te vinden die bij hun past. Van de leerlingen die het al wel wisten, kwam het lerarenberoep in totaal maar 3 keer voor.
Opdracht 2 - evalueren van stellingen: Deze stellingen beschreven persoonlijkheidskenmerken en beroepsactiviteiten die bij het lerarenberoep horen. In elk groepje waarin we de workshop deden, duidden meer dan de helft van de klas de stellingen overwegend met 'ja' aan. Dit ligt misschien te wijten aan het feit dat de leerlingen momenteel een sociale studierichting volgen.
Opdracht 3 - Rangschikken van beroepen: Het oranje kaartje van het lerarenberoep werd in elke groep toch wel zeker +- 3 keer als eerste keuze genomen. Toen we onthulden dat het oranje ging over het lerarenberoep, leek de interesse in het beroep voor de meeste leerlingen initieel weer te verdwijnen. De leerlingen die voor de workshop al interesse uitten naar het lerarenberoep toe, bleven die interesse wel behouden.
Door na de onthulling met de leerling in een klasgesprek te gaan, lieten we de leerlingen gerichter nadenken en positieve ervaringen opzoeken rond het beroep. Had je vooroordelen naar het beroep toe? Ben je daarin verrast? Welke leerkrachten hebben een impact gehad op jou? Welke obstakels houden jullie tegen voor de leerlingen die twijfelen? In combinatie met onze persoonlijke motivatie te verwoorden rond het beroep, hebben we gemerkt dat de leerlingen toch terug een stuk positiever aankeken naar het beroep toe. Enkelen konden we precies wel over de streep trekken het beroep te overwegen, maar de meesten deden toch liever iets anders of hielden het in hun hoofd als 'een plan b'. Wel voelde ik dat het algemeen respect naar het beroep toe, steeg. De leerlingen waardeerden het werk dat leerkrachten uitvoeren wel meer en zagen in hoe belangrijk het beroep is op maatschappelijk niveau.
In mijn motivatie verduidelijkte ik het feit dat ik als toekomstig leerkracht met een migratieachtergrond graag een rolmodel wil zijn en welk effect een meer divers lerarenteam kan hebben op de schoolresultaten van leerlingen, alsook hun persoonlijke ontwikkeling. Vooral in de laatste groep waar het merendeel van de leerlingen een migratieachtergrond heeft, kwamen hier veel reacties; verbaal en non-verbaal. Ik voelde dat ik bij de leerlingen op zijn minst een zaadje had gepland om een bepaald bewustzijn te creëren rond deze problematiek.
Opdracht 4 - exitcard:
- Hoe keek je voor deze workshop naar het lerarenberoep?
- Is jouw beeld op het lerarenberoep veranderd? Op welke manier?
- Overweeg je om leerkracht te worden? Waarom wel/niet? Welke persoonlijke obstakels houden jou mogelijks tegen?
Elke leerling krijgt 3 post-its -> 3 verschillende kleuren -> per post-it -> 1 vraag beantwoorden. De antwoorden werden kort besproken.
Voor de workshop: 20/32 leerlingen niet geïnteresseerd in het lerarenberoep.
Negatievere meningen: Draait alleen om lesgeven, Ik heb respect voor het beroep maar wil het zelf niet doen, vermoeiend, veel overuren, vraagt veel energie, weinig vrije tijd en veel voorbereidend werk in de avond
Positievere meningen: veel vakantie, met kinderen werken, makkelijke studies (misconceptie)
na de workshop: 11/32 geen verandering in visie, 1/32 negatief veranderd, 18/32 positievere kijk op het beroep, 2/32 overwegen het beroep
Overwegen het beroep: 5/32 ja, 19/32 nee, 8/32 twijfelen
Uit de resultaten merkt men op dat we de leerlingen in zekere zin toch aan het denken hebben gezet en er een iets positievere verschuiving aan de gang is.
In totaal hadden 10/32 leerlingen een migratieachtergrond:
groep 1: 2 leerlingen - groep 2: 2 leerlingen - groep 3: 6 leerlingen
We merkten op dat in de laatste groep we veel meer interactie hadden (meer (non-)verbale interactie). Deze groep kwam makkelijker uit voor hun mening. Meer samenhorigheidsgevoel en veiligheid omdat de leerlingen met een migratieachtergrond hier in de meerderheid waren?
De leerlingen hebben tijdens het bespreken van drempels en obstakels niets specifieks gezegd over systematische racisme en discriminatie. Wel was er bijvoorbeeld een meisje uit de laatste groep die heel duidelijk liet merken hoe negatief ze keek naar het lerarenberoep, dat het beroep een lagere positie inneemt in de hiërarchie van de samenleving. Ze benadrukte ook hoe graag ze advocate wou worden. Ik vraag me af of dit is wat ze echt wil of dat ze gestuurd wordt vanuit de eer van haar familie. Het was wel een algemene tendens in de klas dat het lerarenberoep als minderwaardig werd bekeken. Er werden uitspraken gedaan als: "Het is maar hogeschool", "Als al mijn ambities falen zal ik leerkracht worden, etc.".
Bij het bevragen of de leerlingen in hun schoolcarrière al leerkrachten hadden gehad met een migratieachtergrond, was het antwoord telkens neen. Een of twee leerlingen hadden wel al maximaal 1 leerkracht gehad met een migratieachtergrond. Ik vraag me af of het feit dat er zulk gebrek aan rolmodellen is geweest voor de leerlingen, ontmoedigend heeft gewerkt om zelf voor het lerarenberoep te kiezen.
Ook waren er een aantal leerlingen met een migratieachtergrond in de klas, waar je bij kon horen dan het Nederlands niet hun thuistaal is. Voor een beroep kiezen waarbij de taaleisen zo hoog zijn, kan hier ook enorm ontmoedigend werken.
Veder leken heel wat leerlingen een negatief beeld te hebben rond hun schoolcarrière en zouden ze liever niet terugkeren. Dit was zo voor zowel autochtone als allochtone leerlingen. Toch vraag ik me af of onbewuste vooroordelen, lage verwachtingen, … bij de leerkrachten en medestudenten hierin een rol spelen.
Ten slotte was er ook 1 Oekraïense jongen in de klas, die nog niet zo lang in België is, die zei dat hij wel leerkracht zou willen worden maar niet binnen het regulier onderwijs. Hij dacht er misschien aan, aan OKAN-leerlingen les te geven, mede omdat hij ervan overtuigd was dat hun mentaliteit beter bij dat van hem aansloot. Hier merk ik op dat hij geneigd is spontaan te segregeren (socialisatieproces). Misschien verandert dit nog naarmate hij langer in België is of misschien voelt hij onbewust dat zijn identiteit niet volledig welkom is op school.


Competenties: Leraars bewegen met hun hele zijn - Leraars bewegen samen
1. Gesprek met Thomas Peeters (ORBIT vzw):
Gezien ik soms wel last heb van sociale angsten vond ik het fijn om het gesprek met Thomas Peeters samen met Leen te kunnen voeren. Ondanks ik omwille van mijn perfectionisme graag de controle houd over de situatie, kon ik het tijdens dit gesprek toch grotendeels loslaten. Ik vermoed dat dit komt doordat Leen en ik erg gelijklopende visies hebben.
Ook de visie van Thomas Peeters, die de stem van ORBIT vzw in dit gesprek vertegenwoordigd heeft, komt erg overeen met die van Leen en ik. In dat opzicht was het erg 'eenvoudig' een constructief en waarderend gesprek te voeren. Leen en ik waren ook te allen tijde erg professioneel in het gesprek en we konden redelijk vlot onze eigen opvattingen, ervaringen etc. rond de problematiek van de weinig diverse leraarskamer verwoorden. Ook het feit dat het dialoog vlot verliep en we veel inzichten teruggekoppeld kregen op wat we zeiden, versterkte ons competentiegevoel. Als ik voor mezelf spreek, voelde ik me na het gesprek meer zelfzeker om de gedeelde visie op een rechtvaardige manier over te brengen aan de leerlingen, directeur etc. van het Heilig Hartinstituut Heverlee. Het voelde voor mij alsof ik werkelijk de mogelijkheid had om een steentje bij te dragen binnen deze problematiek; de mogelijkheid had om ook anderen te inspireren.
2. Gesprek met de Adjunct-directeur Nico Smets - Heilig Hartinstituut Heverlee:
Dit gesprek moest ik alleen voeren met de Adjunct-directeur Nico Smets van het Heilig Hartinstituut Heverlee. De veiligheid van Leen als gesprekspartner viel hier weg. Dit gaf me in zekere zin stress, maar dit was ook een waardevolle persoonlijke uitdaging om zelfstandig 'met mijn hele zijn' te kunnen bewegen. In dit gesprek diende ik mijn authentieke zelf te laten zien en daarbij volledig uit te komen voor mijn visie omtrent de problematiek van de weinig diverse leraarskamer. Ook al stemde deze niet altijd volledig overeen met die van meneer Smets. In dat opzicht was mijn gesprek met meneer Smets uitdagender dan het gesprek met Thomas Peeters. Toch sloeg ik erin om een constructief en waardevol gesprek met meneer Smets te voeren, dat daaruit voorkomend resulteerde in zijn bereidheid om onze workshop te laten uitvoeren binnen de school.
Zijn overwegend positieve reacties in de dialoog, versterkte net zoals in het gesprek met Thomas Peeters, mijn competentiegevoel. Ik ben me steeds meer bewust van mijn eigen sterkten; ook ik ben een waardevolle schakel binnen het onderwijsveld. Dit ook in gesprek met mensen die al langer in het onderwijsveld tewerkgesteld staan.
3. Samenwerking met Dorien (medestudent BaKO):
Mijn communicatie met mevrouw Tack was te allen tijde heel professioneel en transparant; ik stuurde op voorhand de volledig uitgewerkte versie van mijn workshop door en kwam deze ook live toelichten aan haar. Ze wist heel duidelijk wat mijn visie was en wat ik met onze workshop wilde bereiken. Hierdoor voelde ze de vrijheid om, tijdens dat Dorien en ik de workshop aan het uitvoeren waren in de klas, uit eigen beweging deel te nemen en waardevolle inzichten bij te brengen aan de leerlingen en ook aan ons. Zo konden we op heel gegronde manier zaadjes planten bij de leerlingen en meer bewustzijn creëren m.b.t. de problematiek van de weinig diverse leraarskamer.
Ik voelde dat ik naar de leerlingen toe ook heel actief en spontaan mijn eigen opvattingen, waarden en kennis kon overbrengen. Daartegenover vroeg ik aan de leerlingen zelf ook feedback en hulp m.b.t. deze problematiek; Wat zijn jullie drempels? Obstakels? Etc. Hiermee wilde ik de leerlingen duidelijk maken dat we gezamenlijk onderwijs maken en dat zij ook zeker handelingsvermogen hebben hierin.