Bahar Tasdemir

Student en zelfbenoemde levensfilosoof

Dit is dan ook automatisch mijn vertrekpunt in dit project, mijn basishouding.
 


In deze verdieping hebben we de kaart van kleur getrokken. Dit is een enorm doorslaggevende kaart als je kijkt naar de mate waarin gekleurde migranten systematische discriminatie en racisme meemaken t.o.v. witte migranten. Van dit gegeven ben ik me als witte migrant enorm bewust. De obstakels, drempels en opportuniteiten die ik krijg zijn niet hetzelfde als die van alle andere migranten. Dit vormt dan meteen ook het basisidee van superdiversiteit die de kwantitatieve, maar vooral kwalitatieve toename van diversiteit beschrijft.

Net zoals ik hierboven vermeldde, is het biologische/uiterlijke kenmerk dat een rol speelt wat betreft tolerantie en houding, voor mij niet van toepassing. Ik merk op dat ik op basis van mijn uiterlijke kenmerken, weinig tot niet gediscrimineerd wordt. Ook heb ik een algemeen bewustzijn rond het feit dat initieel niet in hevige mate gediscrimineerd wordt op vlak van mijn talenkennis. Migranten waarvan hun eerste taal niet het Nederlands is, hebben het op dit vlak veel zwaarder te verduren.

Op welke basis word ik dan gediscrimineerd?

Naast het biologische/uiterlijke kenmerk dat een rol speelt in de mate waarin je gediscrimineerd wordt, werkt op zijn beurt proximiteit met het Europese karakter een rol. Dit gaat dan concreet over het beschikken van een gelijksoortige taal, cultuur en/of religie. Op basis van deze factoren merk ik soms wel op dat ik impliciet of zelfs expliciet gediscrimineerd wordt in de West-Europese samenleving. Op het moment dat bepaalde mensen (voornamelijk wij/zij-denkers) opmerken dat ik Turkse roots heb omwille van mijn naam, begint er zich al een eerste verdeeldheid te vormen. Als dit soort mensen dan opmerken dat ik veel waarde hecht aan het beleven van mijn Turkse identiteit en daarbovenop een moslima ben, voel ik dat de spanningen steeds groter worden.

Dat religie nog een grotere doorslaggevende factor is, merk ik op in het feit dat de Griekse en Turkse cultuur, gezien onze geschiedenis, ontzettend hard overeenkomen. Het enigste dat ons bijna echt onderscheid van elkaar is onze religie en taal; de meesten Turken zijn Islamitisch en de meesten Grieken zijn Christen. Toch worden we door West-Europese bevolkingsgroepen meer gediscrimineerd. Zelfs uiterlijk gewijs zijn beide bevolkingsgroepen bijna geheel identiek aan elkaar.

Welke persoonlijke drempels/obstakels komen voort uit deze discriminatie?

  • Omwille van systematische discriminatie en racisme, voelen de meeste migrantengroepen onder ons een bepaalde bewijsdrang naar de Westerse maatschappij toe. We voelen de nood in zekere zin in te gaan tegen bepaalde vooroordelen, stereotypen, negatief gekleurde verwachtingen, etc. We willen deze ontkrachten. Daardoor leggen we onszelf (on)bewust een bepaalde druk op of op elkaar in de gemeenschap. We willen laten zien dat ook wij hogerop kunnen klimmen op de sociale ladder en dat mede door beroepen te ambiëren met een hoger aanzien. Doordat het lerarenberoep maatschappelijk niet zo enorm hard gewaardeerd wordt, kiezen veel migranten dus niet voor dit beroep.
  • Deze (zelf)opgelegde druk komt voor mij persoonlijk voor in verschillende contexten, niet enkel bij het kiezen van een bepaalde opleiding. Het algemeen idee oefent een enorm overkoepelende kracht uit. Mijn bewijsdrang maakt mij bijvoorbeeld erg perfectionistisch, maar tegelijkertijd ook faalangstig in alles wat ik doe. (On)bewust ben ik steeds angstig om harder afgerekend te worden in deze maatschappij omwille van mijn migratieachtergrond. Dit dus ook tijdens mijn stages. Dit vraagt veel mentale energie en ik voel de drang om te overcompenseren. Bijvoorbeeld in de eerste contacten met mijn stagementoren voel ik dat ik meteen de neiging heb het stereotiep dat buitenlanders minder taalvaardig zijn wil ontkrachten. Dit uit zich dan in een extra, bijna overdreven zorg toe naar alles wat ik zeg of schrijf. Hierdoor gaat er erg veel cruciale tijd verloren. Tijd die ik beter zou benutten in zaken die misschien meer mijn aandacht verdienen op lesinhoudelijk en didactisch vlak.
  • Dat er een correlatie is tussen deze maatschappelijke/zelfopgelegde druk en mentale moeilijkheden/uitdagingen is na dit alles waarschijnlijk niet meer ver gezocht. Dit zeker als men spreekt over het vormen van een eigen identiteit en de socialisatieprocessen, die daar ook ongetwijfeld een rol in spelen. Het is voor mij bijvoorbeeld persoonlijk een hele uitdaging om te proberen integreren in een thuiscultuur waar ik me niet altijd volledig welkom voel. Vragen zoals hoe kan ik mezelf thuis en geaccepteerd op een stageschool of de toekomstige school waar ik zal lesgeven, horen hier dan ook bij. Maar wat betekent dat mezelf zijn? Wie ben ik? Hoe ziet mijn identiteit er precies uit? Het is moeilijk om te pleitten voor een specifieke vorm van acceptatie als je zelf nog niet eens volledig weet waar je voor staat. Ik ben me ervan bewust dat de identiteit van een migrant, van iedereen eigenlijk, gelaagd is. Dat we allemaal persoonlijke en collectieve lagen bezitten en dat identiteitsvorming een herhaaldelijk proces is van identificatie. Maar de identiteitsvorming van een migrant wordt steeds complexer. Net zoals de psycholoog/psychotherapeute Redouane Ben Driss duidt: "De identiteit van een migrant is een splitsing, een soort schizofrenie.". Ik kan deze uitspraak helemaal doorvoelen. Als migrant moet je constant schipperen tussen twee posities, twee standpunten. De cultuur van je land van herkomst en de Westerse cultuur. Een evenwicht creëren tussen beide omgevingen is bijna een onmogelijke opdracht, voel ik. Volgens Ben Driss spelen ouders van migrantenjongeren een cruciale rol in het vinden van dit evenwicht, maar dit is een enorm uitdagende opdracht. Als ouders er gedeeltelijk of niet in slagen, is het heel gangbaar dat deze jongeren moeilijkheden krijgen met hun agressie-integratie. Bij mij persoonlijk merk ik dat deze vooral intern gericht is. In welke mate de ouders van migrantenjongeren erin slagen hun kinderen een bepaald evenwicht te leren vinden, hangt ook af in welk socialisatieproces ze zich zelf bevinden. Mijn ouders leven grotendeels erg gesegregeerd van de Westerse samenleving. In dit stadia is er meer risico op culturele regressie. Mijn ouders specifiek trekken zich vooral terug achter hun godsdienst en cultuur om hun identiteit op te bouwen. Het is geen probleem om je identiteit bijvoorbeeld te zoeken in de Islam, maar het is afhankelijk van de vorm. Jouw godsdienst gebruiken om je af te zetten van de samenleving waarin je terechtkomt doet geen recht aan, aan jouw culturele wortels. Het is dan geen rijkdom meer, maar enkel een manier om jouw identiteit op te bouwen door ergens tegen te zijn. De buitenwereld wordt dan als gevaarlijk beschouwd. Mijn persoonlijk doel ondanks dit alles is om mijn identiteit op een positieve manier vorm te geven en op een hoopgevende manier te integreren (gelaagde identiteit) in de Westerse samenleving. Dit door gedeeltelijk de normen en waarden van de thuiscultuur over te nemen, maar ook veel van mijn eigen cultuur te behouden. Ik ben volop bezig met mijn zoektocht.

Wat zijn kansen en opportuniteiten hierin?

  • Inzetten op diversiteit (in de leraarskamer) als basiscompetentie. -> Een maatschappelijk bewustzijn creëren rond mentale uitdagingen die migranten doormaken en andere maatschappelijke tendensen (Rad Van Ongelijkheid – Orhan Agirdag) -> Het hardnekkig doorleven van het wij/zij-denken.
  • Ruimte creëren voor de identiteit van diverse leerkrachten -> sense of belonging vergroten. Scholen die stagiaires met een migratieachtergrond ontvangen zouden ondersteund moeten worden (diversiteitssensitief onthaalbeleid).
  • Inzicht in diversiteit zou een kwaliteitsnorm moeten zijn voor de overheid + moeten uitgedragen worden naar het hele onderwijsveld. Er is bijvoorbeeld een gebrek aan gemeenschappelijk beleid en coördinatie over de opleidingen heen. -> Nood aan ondersteuning en professionalisering van het personeel in de lerarenopleiding om uitval tijdens de opleiding terug te dringen.
  • Algemene maatschappelijke waardering van het lerarenberoep positief beïnvloeden. -> Trekt meer mensen met een migratieachtergrond naar de lerarenopleiding.

Ik deel mijn verhaal overwegend om als leraar te bewegen met mijn hele zijn en samen te bewegen met anderen: 

In mij onderzoeksproces probeer ik telkens 'met mijn hele zijn te bewegen' en 'samen te bewegen met anderen'. Ik probeer daarbij mijn inzichten actief aan mijn persoonlijk verhaal te koppelen, net zoals u hierboven kunt lezen. Hierdoor krijgen mijn bevindingen uit het onderzoek nog meer betekenis en kan ik deze ook werkelijk internaliseren. Door deze versterkte internalisering voel ik dat mijn verantwoordelijkheidsgevoel m.b.t. deze problematiek zelfs nog sterker wordt. 

Ook probeer ik mijn authentieke zelf in dit onderzoeksproces werkelijk te tonen in dialoog met anderen (medestudenten, mensen die ik interview …). Dit om mezelf verder bij te sturen in mijn zoektocht; nog meer mogelijkheden te zien om een rol te kunnen spelen binnen heel dit verhaal. 


© 2023 Bahar Tasdemir. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin